Analoge klokken
Analoge klokken
Klokken zijn er in allerlei vormen en maten. Maar ze kunnen grofweg gescheiden worden in twee verschillende categorieën: analoge klokken, oftewel mechanische klokken en digitale klokken. Maar wat is het verschil tussen deze twee categorieën? Hoe werken ze precies en voor wie is een analoge klok geschikt?
Het verschil tussen analoge klokken en digitale klokken
De kans is groot dat beide soorten klokken in huis aanwezig zijn, of op enig moment zijn geweest. Digitale klokken zijn verwerkt in allerlei apparaten, zoals magnetrons, thermostaat en autoradio’s. Ze zijn te herkennen aan het feit dat ze de tijd digitaal weergeven. Dat gebeurt dan meestal door het digitaal tonen van cijfers, maar er zijn ook digitale klokken die een animatie laten zien van een tikkende wijzer.
En in die wijzer zit het grote verschil. De animatie van een tikkende wijzer daar gelaten, kunnen analoge klokken simpelweg herkend worden aan de aanwezigheid van wijzers. De wijzers geven de uren, minuten en soms seconden aan en kunnen tikken of slepen. Een analoge klok is dus de klassieke klok zoals we die kennen: uren meestal in de rondte weergeven en een wijzer die van uur naar uur tikt.
Hoe werkt een analoge klok
Een analoge klok bestaat uit 3 belangrijke onderdelen: een energiebron (bijvoorbeeld batterijen), een mechanisme om de tijd bij te houden en natuurlijk een display of wijzerplaat, waarop de tijd afgelezen kan worden. Eigenlijk is één van de meest primitieve vormen van een analoge klok de welbekende zandloper. Een zandloper gebruikt immers zwaartekracht als energiebron, gebruikt de constante snelheid waarmee de zandkorrels naar beneden vallen als tijdmechanisme en gebruikt het doorzichtige glas als display om te zien hoeveel tijd er nog over is. Een analoge klok werkt niet heel anders dan een zandloper. Maar bij een moderne analoge klok is natuurlijk wel sprake van connecties en bedradingen in de klok om alle fundamentele onderdelen met elkaar in verbinding te brengen.
Soorten analoge klokken
Er zijn natuurlijk talloze soorten analoge klokken. Veruit de meest voorkomende zijn de ronde klokken, met wijzerplaat en tikkende of slepende wijzers. Die zijn er van basic uitvoeringen tot de meest creatieve en bonte ontwerpen. Maar een verwant van de eerste klokken, zoals Christiaan Huygens die in 1656 voor het eerst bedacht, is de pendule klok. De wijzerplaat en wijzers zijn hetzelfde als bij andere klokken, maar de energiebron is een heen en weer slingerende pendule. Die pendule maakt, net als een zandloper, handig gebruik van de zwaartekracht.
Een analoge klok is geschikt voor wie een analoge wijzerplaat prettig af te lezen vindt, voor wie van een traditionele klok houdt, maar ook voor wie van de bekende analoge weergave in een jasje van modern en kleurrijk design houdt. Er is voor ieder wat wils.